Mijn kijk op het innemen van je plek
Op 18 april zag ik een op holistik.nl. een artikel over je plek innemen als kind. Het is een interview met Els van Steijn over het innemen van je plek in het familiesysteem. Met deze blog wil ik wat dieper op het artikel in gaan, en mijn antwoord vanuit mijn ervaring als traumatherapeut voor volwassen kinderen van ouders met psychische problemen en/of een verslaving naast uitspraken in het interview zetten.
Ik ga inhoudelijk op dit artikel in omdat ik vaak mensen in mijn praktijk ontmoet, die het boek ‘De fontein’ lezen en ervan in verwarring raken, omdat ze geforceerd een beweging proberen te maken, die voor hen niet klopt. Deze blog gaat over hoe ik er naar kijk, waarmee ik niet wil suggereren dat ik de waarheid in pacht heb, of het het beste weet. Dit is mijn perspectief; mensen mogen het eens zijn met Els van Steijn en hun eigen weg volgen. Daar ga ik niet over.
Niet gezien in jouw behoefte
Als kind van ouders met psychische problemen en/of een verslaving is het vaak ingewikkeld, en soms zelfs onmogelijk om de beweging naar je ouders toe te maken. Om als kind bij hen te komen. Immers, zo was het als kind niet. Zo heb je het niet geleerd. Je moest al heel jong volwassen zijn en praktische en/of emotioneel beschikbaar zijn voor je ouders. Voor heel veel KOPP/KOV blijft de dynamiek hetzelfde wanneer ze volwassen zijn. Eenvoudigweg omdat hun ouders zijn zoals ze zijn. Natuurlijk zullen er ouders zijn die dusdanig in behandeling gaan en zelfreflectie hebben dat er daadwerkelijk iets kan veranderen in de relatie. Maar heel vaak is dat niet zo. Het is heel pijnlijk om te voelen dat je als kind niet gezien wordt in jouw behoefte, en dat dat zo zal blijven.
Je grens aangeven
Als eerste valt mij op dat er in het interview gesteld wordt dat verontwaardiging en boosheid secundaire emoties zijn. Wat mij betreft zijn deze emoties net zo primair als verdriet, machteloosheid of afwijzing. Boosheid is heel gezond. Boosheid gaat over het voelen en mogelijk kunnen aangeven van een grens. Wanneer je als kind opgroeit in een gezin waar psychische problematiek en/of verslaving speelt, dan is het vaak niet mogelijk om je grenzen aan te geven. Wanneer je er dan als volwassene eindelijk contact mee kunt maken, dan is dat een heel gezonde beweging. Het gaat niet over dat je je razernij moet uitleven, maar wel dat je mag zeggen: ‘tot hier en niet verder’. Dat is heel gezond, en haalt je uit je overleving. Je overleving waarbij je weer terug gaat naar de oude dynamiek.
Al klopt de beschrijving globaal van hoe we gedrag ontwikkelen naar aanleiding van een innerlijk afwezige ouder, er wordt mijns inziens een soort draai gegeven aan dat het ontwikkelen van dit gedrag reactief is. Als kind ontwikkelen we ons aan de hand van een wel of niet gezond aanwezige ouder. Omdat dat zo onderhuids en onuitgesproken gebeurt, is het heel moeilijk om boven tafel te krijgen wat er nu precies speelt. Dat vraagt tijd en bewustwording.
Dezelfde dynamiek
In het interview wordt gezegd over een ouder met een narcistische inslag: “Realiseer je alsjeblieft dat dergelijk gedrag onmacht is en geen onwil.” Daarbij wordt opnieuw begrip, zorg en mildheid naar de ouder toe verwacht. En daarmee kom je weer in precies dezelfde dynamiek die je kende toen je opgroeide. Mijns inziens gaat het erom dat je als kind mild mag leren zijn naar jezelf, voor dat je zoveel te verduren heeft gehad.
Vervolgens wordt er in diezelfde alinea gezegd: “Het gedrag dat iemand vertoont is immers altijd de ‘beste keuze van het moment’, anders had iemand iets anders gedaan, hoe destructief dat ook kan zijn. Een kind dat ouder wordt, kan makkelijker grenzen stellen, wat noodzakelijk is om zichzelf te beschermen.” Dit is een illusie. Misschien is het waar dat dit de ‘beste’ keuze was op dat moment. Maar het was nog steeds schadelijk voor jou als kind. Daar mag aandacht voor zijn. Dat mag je heel serieus nemen.
Moeilijk om je los te maken
Daarbij is het zeker niet makkelijker voor een kind dat ouder wordt om grenzen te stellen. Je groeit op in die dynamiek. Je hele systeem is ervan doordrongen. Dan is het ongelooflijk moeilijk om je daarvan los te maken en je grenzen te stellen. Omdat een ouder met een narcistische persoonlijkheidsstoornis, of zelfs alleen maar narcistische inslag, een ster is in manipuleren. Die manipulatie overtuigt je ervan dat het aan jou ligt. Het is ongelooflijk moeilijk je daarvan los te maken, omdat je telkens het gevoel hebt dat jij degene bent met het probleem, dat jij gek bent, en niet je ouder. Jij kreeg en krijgt nog steeds de schuld.
Veel kinderen van ouders met psychische problemen en/of een verslaving zijn pas ver in hun volwassen leven in staat om los te komen uit de dynamiek met hun narcistische ouder(s), omdat het zo vanzelfsprekend voor je is en was. Er zijn nooit woorden gegeven aan wat er gebeurde. Je moest het zelf uitzoeken. En het gebeurde (en misschien wel nog steeds) onderhuids, achter je rug om, bijna onmerkbaar en onzichtbaar.
Bodem in jezelf vinden
Er wordt gezegd: “Pas als je op je eigen plek staat, word je stevig en sterk als persoon. Uitsluitend op jouw plek (lees: in de ordening) pak je de onzichtbare stroming van de fontein die zo essentieel is voor je welzijn.” Ook hier zie ik het vanuit het perspectief van KOPP/KOV anders. Juist wanneer je je eigen weg mag zoeken, je eigen plek mag vinden, je eigen beweging mag volgen, vind je bodem in jezelf. En vaak is die plek op iets of veel meer afstand van je ouders, in plaats van onder hen in de fontein.
Juist in het losmaken, kun je jezelf gaan vinden. Bessel van der Kolk zegt niet voor niets: “Hoe groter het trauma dat kinderen oplopen aan hun ouders, hoe groter de loyaliteit.” Wanneer je je plek onder je ouders moet innemen in de ordening, ben je loyaal. Voor volwassen KOPP/KOV betekent dat bijna altijd dat je je moest afsplitsen van je eigen behoeften. Wanneer je loyaal moet zijn aan je ouder(s), ben je dat niet aan jezelf. En als je niet loyaal kunt of mag zijn aan jezelf, hoe kun je dan je eigen leven vormgeven?
Veilige hechting
Er wordt gezegd: “Je ouders hebben gegeven wat ze je konden geven, en bijna altijd is dat genoeg.” Naast dat ik dat een aanmatigende uitspraak vindt, vind ik het vooral onwaar. Als je als kind daadwerkelijk genoeg krijgt van je ouders, ontwikkel je een stevige basis in jezelf. Een diep gevoel van dat je oké bent zoals je bent. Dan hoef je geen extreem gedrag te vertonen om gezien te worden. En kun je je leven van binnenuit leven, vanuit vertrouwen en stevigheid.
Natuurlijk kom je dan je eigen obstakels tegen. Maar die kun je vanuit die stevige basis hanteren. En weet je dat je ouders er voor je zijn, als je ze nodig hebt. Dit gaat over veilige hechting. En dat is precies wat er vaak mist bij KOPP/KOV. Met deze uitspraak ligt de macht wederom bij de ouders. En bij trauma gaat het altijd om een verschil in macht. Als kind was je machteloos. Het is van belang om dat te mogen erkennen. Door te zeggen dat wat je van je ouders kreeg genoeg was, kom je weer in het trauma terecht.
De blik op jezelf gericht
Er wordt gezegd: “Vaak verwijt je je ouders dat zij jou niet zien. De vraag is of jij hen kan zien?” Wanneer je deze vraag stelt: kun je je ouders zien in wie zij zijn en in hun behoefte? kom je wederom in dezelfde patronen terecht. Het gaat niet om jouw behoefte, maar om die van je ouders. En zo is de cirkel weer rond. De vraag is wat mij betreft veel meer: kun je jezelf zien? In alles wat je nodig had en wat er niet voor je was? En hoe dat nu nog steeds effect heeft op jou en op jouw leven? Dat is een veel relevantere vraag.
Het gaat niet over je ouders verwijten maken. Als volwassen KOPP/KOV weten we heus wel dat onze ouders er niks aan konden doen. Het gaat niet over je plek innemen, wat dat ook moge betekenen. Eerlijk gezegd vraag ik me dat sowieso af wat dat eigenlijk is: je ‘plek’?
Een vriendin van mij zei: je ouders moeten plek voor jou maken in hun leven en in hun hart. En wanneer ze dat niet doen, heb je je daartoe te verhouden. Er komt geen rust wanneer je je kindplek inneemt in de ordening. Dan stap je weer terug in de oude loyaliteit. Een loyaliteit die ongezond, en soms zelfs ronduit schadelijk voor je is. Een loyaliteit waarbij je van jezelf moest afsplitsen om te kunnen blijven voortbestaan. En hoe kun je sowieso je plek innemen in het systeem als je ouders dat ook niet hebben gedaan of kunnen doen? En hun ouders ook niet? We kunnen niet een magisch trucje toepassen waardoor het allemaal ineens goed is.
Aanvaarden dat je behoeftig was
Het interview vermeldt dat je de behoeftigheid naar je kinderen kan opheffen door af te dalen naar jouw plek in de fontein. Ik denk daar anders over. Het gaat niet over je behoeftigheid opheffen. Het gaat over aankijken en aanvaarden dat je behoeftig was en dat je ouders daar geen passend antwoord op gaven. En dat je daarover mag rouwen. Over wat nooit geweest is en ook nooit zal zijn. Door dat werkelijk aan te kijken en er zelfreflectief op te zijn, word je een andere ouder voor je kinderen.
Het gaat over: wat is het effect geweest van hoe het was, van hoe je ouders zich tot je verhielden en met je omgingen, op je leven nu? Dat je dat mag aankijken. En dat je daarin mag verzachten naar jezelf toe. Mogen rouwen om hoe het was en vaak nog steeds is. Dan komt er rust.
Overall gaat mijns inziens ‘je plek innemen’ in het artikel vooral over terug gaan naar de loyaliteit ten aanzien van je ouders, en niet over als kind je eigen leven mogen leven en je eigen beweging mogen volgen. En dat laatste is wat ik ieder KOPP/KOV ten diepste gun. Het liefst in liefdevol contact met hun ouders, die hen helemaal zien zoals ze zijn. Helaas is dat vaak niet aan de orde. Maar dat je als volwassen KOPP/KOV je eigen leven kunt leven door ‘je plek in te nemen’ ten opzichte je ouders, is naar mijn mening een illusie.
Lees hier het artikel in Holistik terug.
Dank voor deze beschrijving. Het is helaas zo pijnlijk spot on.
Bedankt Iris! Vanuit de grond van mijn hart wil ik je als KOPP kind bedanken voor het hier schrijven van de waarheid. Dat zweverige inhoud van het je plek innemen in de fontein komt op mij over als niet meer dan zout in de wonden van het kind strooien. We weten inderdaad wel dat onze ouders ziek zijn en dat vinden we heel erg. Echter, na wat ik allemaal heb meegemaakt kwam de grootste klap in mijn gezicht van therapeuten die aankwamen met een handleiding over hoe ik het beste met mijn moeder om kon gaan of hoe ik haar gedrag kon begrijpen zodat ik mijn gedrag hierop aan kon passen. Zo zelden dat iemand durfde te zeggen: Ze had niet over je grens mogen gaan, hoe ziek ze ook was.