Tijdens onze vakantie in Wenen bezochten we het prachtige Barokke museum Schloss Belvedere, gebouwd tussen 1714 en 1716. Naast het indrukwekkende schilderij van Gustav Klimt: De Kus, stond dit beeld van Auguste Rodin, een studie van Eva. Rodin had in 1880 de opdracht gekregen om de toegangsdeuren voor het nieuwe museum voor Decoratieve Kunsten te ontwerpen. Rodin besloot tot dit beeld van Eva, wanhopig na de zondeval, nadat hij Adam reeds gemaakt had.
Wat me zo raakt in het beeld, is hoe Eva zich in haar schaamte enerzijds achter haar armen probeert te verbergen, en tegelijkertijd zichzelf vasthoudt. Dit zie ik mijn cliënten vaak doen, en ik ken het zelf ook. Het gevoel van schaamte over zichzelf, over hun eigen bestaan. Over hun gevoelens van woede en verdriet. Over hun behoeften en verlangens. En wanneer je ouders je onvoldoende vasthielden, knuffelden, wiegden, blijft soms als enige mogelijkheid nog over om jezelf vast te houden.
Het leren vertrouwen op een ander, dat je mag vragen om vastgehouden te worden in je verdriet en eenzaamheid en schaamte, dat vraagt moed. De moed om, ondanks alle ervaringen waarin je niet ontmoet werd in wat je nodig had, toch opnieuw uit te reiken. En jezelf een herkansing te geven in een ander te vertrouwen. Te voelen dat je gedragen wordt. Dat je niet helemaal alleen bent. Te vertrouwen dat iemand tegen je zegt: welkom met alles wat er is. Het werkt beide kanten op. Mogen voelen dat je welkom bent bij de ander, en leren om jezelf welkom te heten. Als mens die mag bestaan. Met alles wat er is.
Dit is een weg waarin je telkens weer een laag dieper komt. Elke keer opnieuw een laag waar je al eerder doorheen bent gegaan. Een diepere laag van schaamte en eenzaamheid om met mildheid aan te kijken. Ik ook. En ik voel steeds meer: ik kan het dragen. In mezelf en in de ontmoeting.
0 reacties